Nacht #30
fietsend
dacht ik aan
de bus die me niet verpletterde
de tram die mij niet doorboorde
dacht ik aan Frida
en de rivier
waarin haar verbrokkelde lijf dreef
fietsend
dacht ik aan
de rivier waar ik niet in viel
de vrouw die ik niet omver reed
de merel die niet tegen me aanvloog
de mug die niet in mijn keel stierf
dacht ik aan Frida
en de cactusnaalden die in haar rug staken
de verf
kwijl die uit haar woorden drupte
fietsend
genoot ik het verlies van mijn weg
zocht ik het verdwalen van mijn spoor
gleed ik midden in een bloemenwei
waar een woordontbijt op mij wachtte
met vrouwelijke artsen
die geen enkele medische interesse in mij toonden
en me vrij lieten fietsen
in een schilderij
dat ik niet verstond
maar waarvan ik wel de tranen dronk
zo fietste ik
naar waar ik dacht
dat ik vandaan kwam
[Alain Pringels, 2021]