Nacht #28

Nacht #28

ik sta stil
in het midden
van een plein

midden zwermen lentemensen
stofjes in een zon

trams ratelen tussen hen in
trage ijzeren slangen
sluipend

aan de hand vaan een kind
hangt een moeder
een ballon van vlees
haar andere hand
duwt mechanisch
een ijsje naar tong en lippen

een man duwt moeizaam
zijn opgeblazen buik vooruit
sloffend een bierblik achterna
dat voor zijn navel
in zijn vuist hangt
halve liter

een schoolmeisje tatert opgewekt
tegen een technisch speeltje
zit er een levend wezen in?

vrouwen geven
hun blote benen prijs
aan lentelucht
en laten ze prikkelend dansen
op nog koude kasseien

daar
verdwijn ik
in gedachten
tot niets
tot deel van een deel
dat ik wel
en niet ben

zijn en niet zijn
dat is geen kwestie

[Alain Pringels, 2021]

Nacht #27

Nacht #27

ik verwacht
acht maal in de nacht
een droom
een boot vol woorden
op een stroom water
die later verwatert
in het zout van een zee

ik verwacht
acht maal in de nacht
een stroom van dromen
in een boot vol woorden
gedragen door water
dat later verwatert
in het zilveren schuim
van een zee

uit dat schuim
kruip ik wakker
in mijn haren
een liefdesgodin
die acht maal
naar me lacht
en niets van mij verwacht
en met een golf van woorden
wordt weggebracht

[Alain Pringels, 2021]

Nacht #26

Nacht #26

broer en zus
vakkundig in een grasveldje geplant
korte broek
gifgroen truitje

een onbekende man
met te groot fotoapparaat
beveelt een lach

portret van mijn zus
en ik
in het gras

‘photo sur l’herbe’
achteraf goedkoop in twee geknipt
en in sixties behang geplant

[Alain Pringels, 2021]

Nacht #25

Nacht #25

mijn handen voelen het droomwater
waarin ze drijft

mijn hart vangt haar sneeuwvlokken
en laat ze smelten
in mijn hand
voor ze verdwijnen
in een wit tapijt
waarin ze al hun krachten bundelen

ik leg de verloren vlokken
zacht op mijn tong
en streel hun gekleurde lichtjes
waarop gehaast
sporen van vingers dansen

[Alain Pringels, 2021]

Nacht #24

Nacht #24

een koe offerde haar hart
het lag in mijn hand
leerde me wat hart was
hoe het klopte
een leven lang
bloed door een lijf pompte

ooit klopte een hart voor mij
in dagen
dat ik zelf nog geen hart had
door haar kloppen
vatte mijn hart vuur
en lichtte op
een vlam die voor zichzelf zou branden

toch leerde dat hart
maar één ding
het werd pas echt een hart
wanneer het zichzelf
aan anderen schonk

[Alain Pringels, 2021]

Nacht #23

Nacht #23

liefde voor wijsheid
in heet water
met thee van druiven en gras
en was die smelt
tikkend
in herinnering aan lavendel

boodschappers
sneller dan een brein kan denken
boemerang van stress en onrust

vonken van passie
die uit een haard rollen
rokend vloerkleed
met een tang tot as herleid

de koude en het ijs
die tot flirtend spel verleiden
schuimvlokken uit wolken gevallen
dons van klapwiekende engelen
die vol ironie
op ons neerkijken

[Alain Pringels, 2020]

Nacht #22

Nacht #22

couRage

Kan ik denkend aan de ander
denken zoals die ander
wanneer die ander
mij vreemd is?

Kan ik met die ander
een twee vormen
dat geen één wordt
maar een verschil
dat ons leven
los van elkaar
nieuwe zin geeft?

Kan die twee
een verhaal worden
waarin anderen
zichzelf verliezend
anders worden dan voorheen?

Kan ik vreemd zijn
voor de ander
en in dit verschil
een geluk vinden
tot verrijking
van ons twee?

[Alain Pringels, 2020]

Nacht #21

Nacht #21

“wat doe jij?”
vraagt de tanden fee

wel
ik sluip
op klaarlichte dag
in slaapkamers die ik niet ken
besnuffel als een archeoloog
de plooien en vlekken
in lege bedden
enveloppen vol pijnlijke geheimen

zo reis ik
in tijd en ruimte
met coyotes uit Texas door woestijnen
loop ik verloren
zoekend naar een vers hol
om in te wonen

zo fladder ik
met een vlinder uit China
een koorddanser
die de maan wil grijpen

zo ontdek ik
gevangenen
in kleine beeldschermen
dromend van dansende zomers

zo hoor ik gedachten
vallen
die twijfelen
tussen kleuren en kussens

zo rijd ik
eeuwig het ronde punt rond
met telkens andere zielen
die glimlachend hun huilen willen vergeten

en brand ik mij
aan het vuur
van de goede mens

“dat is goed”
zegt de tanden fee

[Alain Pringels, 2020]

Nacht #20

Nacht #20

teleurstelling zwelt als vet
en smelt in tranen

onmacht rijst tot bergen
en raast in orkanen

vernedering plukt adem weg
zaait prikkeldraad in ’t hart

angst blokkeert de stem
knijpt woorden af tot smart

[Alain Pringels, 2020]

Nacht #19

Nacht #19

een spin-aap sprong
uit een bananenblad
zijn huid was droog en bruin
verwelkt als het blad

hij keek me aan
wees met zijn vinger
naar zwaar werk

ik klom in zijn rug
en hij liep met mij
langs een lange rij
geplooide mensen

een eindeloze rij

in de verte
verscheen een fabriek
met rokende schoorstenen

[Alain Pringels, 2020]