Nacht #32
haar lach hinnikt weg
in bladeren van huizen
stenen kijken stom toe
hoe een koperen munt
vrijheid zoekt
in een winkel
vloeistof raakt op
hoe lang je ook wacht
een tankstation
schenkt enkel leegte
ik wandel op haar lippen
er groeien bloemen in haar slaap
ik wieg in haar wimpers
maak vleugeltjes van haar gouden staart
een draak kijkt van op het dak
duizend gevulde zakjes
bengelen aan evenveel handen
gravers ploegen de stad om
op zoek naar lente
die hijgend aan ijskegels hangt