twee sneeuwelfen dwarrelen in mijn bloempot
evenveel fluo-mannetjes grijpen zich vast aan vuilnis en zweven weg
zacht laverend tussen de vlokken
wanneer beslist iemand dat een ‘c’ een ‘k’ wordt
voor altijd?
of tot een andere letterman iets anders beslist?
een radeloze egelmoeder
hangt met haar dunne mollige pootjes aan de lijn
en kwekt over cijfers
in mijn handpalm komt het ijs tot huilen
tranen vormen letters die zich spiegelen
in gouden woorden
‘ijsbeer’
en aan de overkant van het grote water
proberen lilliputters
de gouden toren van een machtig ego te breken
terwijl een onzichtbaar wezentje
de wereld hoestend en kwetsbaar achterlaat
dun ijs is het leven
vol natte sneeuw
[Alain Pringels, 2021]